Kinderen en heimwee

Iedereen kent wel iemand die vroeger als kind heimwee had. Of misschien was je het zelf wel. Volwassenen met heimwee hadden hier vaak als kind al last van. Heimwee komt bij kinderen relatief vaker voor dan bij volwassenen. Een groot deel van de kinderen groeit hier uiteindelijk overheen.

Bij kinderen kan onderscheid gemaakt worden tussen twee soorten heimwee. Er kan sprake zijn van heimwee als de ouders niet aanwezig zijn en heimwee als de ouders wel aanwezig zijn. Veelal hebben kinderen vooral heimwee als ze op pad gaan zonder hun ouders. Denk maar aan een logeerpartijtje, aan scoutingkamp of aan de eerste dag op school. Het kind kan de ouder maar moeilijk laten gaan en is verdrietig omdat de ouder vertrekt. Vaak hoort de ouder bij het ophalen van het kind dat het uiteindelijk allemaal mee viel en het kind snel lekker aan het spelen was. Toch is het zaak als ouder om uit te zoeken of het kind inderdaad geen last heeft van heimwee.

Vaak zie je dat het kind bij het volgende logeerpartijtje minder angstig reageert op het vertrek van de ouder. Of dat het kind een week later uitkijkt om naar school te gaan. Zijn er vermoedens van heimwee, vraag dan aan de aanwezige verzorger of leerkracht of zij hebben gemerkt dat het kind moeite had met de afwezigheid van de ouders. Hoe eerder bekend is of een kind last heeft van heimwee, hoe sneller gezocht kan worden naar een oplossing. Toch is het vaak een kwestie van geduld. Een kind heeft tijd nodig om zich los te maken van de ouders. Het ene kind gaat dit makkelijker af dan het andere kind. De ouder weet vaak zelf het beste hoe het karakter van zijn of haar kind in elkaar steekt.

Wanneer de ouders wel aanwezig zijn, dan kan het kind last hebben van vakantieheimwee of verhuisheimwee, zoals bij deze themapagina’s reeds is besproken. Kinderen kunnen, in tegenstelling tot volwassenen, heimwee minder goed perspectief plaatsen. Ze weten niet wat heimwee is, begrijpen niet waar het verdrietige gevoel vandaan komt of hebben moeite om hier over te praten. Hoe jonger het kind, hoe moeilijker het voor hen is om te snappen wat er aan de hand is. Wat in dergelijke situaties vaak helpt, is uitleggen wat heimwee is. Ook kun je aangeven dat je vroeger ook wel eens heimwee hebt gehad, zodat het kind zich geen uitzondering voelt. Probeer met het kind te praten om te kijken wat hier achter zit. Een voorleesboek over vakantie, verhuizen of over heimwee kan helpen om het onderwerp bespreekbaar te maken. Uiteindelijk is het erg belangrijk dat je een kind met heimwee het gevoel geeft dat het oké is om iets te missen. Dat dit gevoel er mag zijn. En heb geduld. Elk kind is anders en verwerkt op een andere manier de heimweegevoelens.